Bindingsangst en verlatingsangst

Hoe je opvoeding en de band met je ouders impact hebben op hoe jij in een relatie staat

Je bent je er wellicht niet van bewust dat de manier waarop je bent opgevoed en de band met je ouders een grote impact hebben op hoe jij als volwassene in een relatie staat. Die band met de ouders wordt hechting genoemd. Dertig tot veertig procent van de mensen heeft last van hechtingsproblemen, omdat ze in hun jeugd niet op de juiste wijze zijn opgevoed. Let op! Het gaat er niet om je ouders ergens van te beschuldigen. Zij hebben je waarschijnlijk naar beste vermogen opgevoed. Het is echter wel belangrijk om inzicht te krijgen in wat je opvoeding met jou heeft gedaan en de hechtingsstijl die je daardoor hebt ontwikkeld. ‘Waarom val ik steeds op de verkeerde persoon?’ of ‘Waarom ben ik zo jaloers?’ Dit zijn van die vragen waarbij onveilige hechting een rol kan spelen. Als je je hiervan bewust bent kun je er mee leren omgaan. Ik beschrijf hier veilige hechting en bindingsangst en verlatingsangst.

Wat is hechting?

“Hechting is een proces van interactie tussen een kind en een of meer van zijn opvoeders dat leidt tot een duurzame affectieve relatie. Onder normale omstandigheden ontwikkelen kinderen de eerste gehechtheidsrelaties met volwassenen als ze tussen de zes en twaalf maanden oud zijn. Meestal gaat het dan om de ouders, de grootouders of bijvoorbeeld pedagogisch medewerkers. Zo ontstaat een netwerk van gehechtheidsrelaties, al hebben kinderen vaak wel een voorkeur voor de ene persoon boven de andere. Hechting is bepalend voor een goede ontwikkeling van een kind. Voor het ontstaan van een veilige gehechtheidsrelatie zijn er drie basale voorwaarden, namelijk sensitief en adequaat reageren op het kind, continuïteit in de aanwezigheid van de gehechtheidspersoon en de mate waarin een ouder zich kan verplaatsen in een kind (het mentaliseren door de ouder)”. Bron: Nederlands Jeugdinstituut.

Het hechtingsproces ontwikkelt zich in de eerste zeven/ acht levensjaren. In deze periode wordt het fundament gelegd voor je verdere leven. Hoe kijk je naar jezelf en naar anderen, hoe kijk je naar de wereld om je heen, hoe ben je in staat de wereld te ontdekken en hoe ga je relaties aan, hoe kies je je partner? Je ontwikkelt een bepaalde hechtingsstijl.

Hechtingsstijlen

Ik beschrijf hier drie hechtingsstijlen, te weten:

  • veilige hechtingsstijl en
  • onveilige hechtingsstijlen, namelijk
    • bindingsangst (vermijdende hechtingsstijl) en
      • verlatingsangst (angstige hechtingsstijl).

Ik beschrijf enkele kenmerken van deze hechtingsstijlenstijlen in de kindertijd en hoe die zich hebben ontwikkeld als hechtingsstijl bij volwassenen in een relatie. Ook beschrijf ik hoe ze een rol kunnen spelen bij relatieproblemen.

Het is goed om je te realiseren dat je vrijwel nooit 100% een bepaalde hechtingsstijl hebt. Het is vaak een mix waarbij er een dominante is. Ook kunnen hechtingsstijlen veranderen, bijvoorbeeld als jij onveilig gehecht bent je een fijne partner hebt die veilig gehecht is kun je een veilige hechtingsstijl ontwikkelen.

Veilige hechting

Als het hechtingsproces goed is verlopen wordt dat veilige hechting genoemd. Ongeveer de helft van de bevolking heeft een veilige hechtingsstijl. De laatste tijd lijkt dit percentage kleiner te worden. Echte oorzaken daarvoor zijn nog niet bekend.

Ontstaan van een veilige hechtingsstijl bij een kind

Een veilige hechting is belangrijk voor de sociaal-emotionele ontwikkeling van het kind. Het gezin was voor het kind een veilige haven. Er was veel aandacht, liefde en verzorging. De ouders waren beschikbaar, invoelend, sensitief, warm en liefdevol op een consistente manier. Het kind zoekt contact met de ouders en kan zichzelf vermaken. Als het kind troost en steun nodig had kreeg het dat. Het wist waar het aan toe was. Omdat het geleerd heeft te kunnen vertrouwen op de ouders kan het ook gemakkelijker relaties aangaan met anderen. Het kind leerde emoties te tonen en daarmee om te gaan. Het kind kan verbanden leggen tussen het eigen gedrag en het effect daarvan doordat de ouders consequent en sensitief reageerden op het gedrag van het kind. Het leerde om te gaan met stressvolle situaties. Het ontwikkelde zelfvertrouwen en een positief zelfbeeld. Het geweten van het kind ontwikkelde zich. Er is een stevige basis gelegd voor de toekomst en er waren volop kansen om de wereld te ontdekken.

Veilige hechtingsstijl bij een volwassene

Je gaat redelijk gemakkelijk relaties aan maar je kunt ook goed alleen zijn. Je bent in staat om de juiste partner te vinden. Je voelt je op je gemak in relaties en hebt gelukkige duurzame relaties. Je bent liefdevol en warm voor je partner en voelt aan wat hij of zij nodig heeft. Je hebt vertrouwen in jezelf, in de ander en in de relatie.  Je bent niet zo met de relatie bezig. Je bent evenwichtig en autonoom en geniet van de intimiteit met je partner. Je vindt dat je liefde waard bent. Je durft je kwetsbaar op te stellen en hulp te vragen. Je praat over wat je bezighoudt. Je hebt positieve overtuigingen over jezelf en anderen. Je voelt je comfortabel bij het uiten van emoties en behoeften. Je komt tegemoet aan de behoeften van je partner. Ieder stel heeft wel eens ruzie. Bij veilig gehechte mensen raakt een ruzie hen niet tot in het diepste van hun wezen, omdat ze elkaar vertrouwen. Ze ‘vechten samen een robbertje’ en lossen het probleem op. Ze kunnen goed omgaan met conflicten.

Onveilige hechting

Als de hechting niet goed verloopt ontstaan onveilige hechtingsstijlen. Ik beschrijf hier bindingsangst, waar ongeveer 25 procent van de bevolking last van heeft en verlatingsangst, waar ongeveer 20 procent van de mensen last van heeft. Deze onveilige hechtingsstijlen kunnen een belangrijke rol spelen bij de keuze van een partner, het ontwikkelen van een relatie en het ontstaan van relatieproblemen. Onveilige hechtingsstijlen kunnen worden omgebogen naar een veiliger stijl.

Bindingsangst – onveilige vermijdende hechting

Ontstaan van een onveilige vermijdende hechtingsstijl bij een kind

De ouders gaven het kind op emotioneel gebied te weinig aandacht. Ze waren afstandelijk of onbetrouwbaar ten koste van het kind. Het gevolg was dat het kind geen troost of toenadering zocht uit angst voor afwijzing.  Emoties mochten er niet zijn. Ouders hebben het kind geleerd om anderen te wantrouwen.  Het kind heeft geleerd om zich niet te veel aan anderen te hechten om teleurstelling te voorkomen. Vaak zijn de ouders gescheiden of hebben een vechtscheiding doorgemaakt. Ook het overlijden van een ouder, adoptie of het opgroeien in pleeggezinnen kunnen leiden tot onveilige hechting.  Omgevingsfactoren zoals armoede, een slechte woonomgeving en migratie spelen ook een rol. Het kind heeft geleerd: Als je niets verwacht kun je ook niet teleurgesteld worden. Dit leidt tot bindingsangst bij volwassenen.

Bindingsangst bij volwassenen

Bindingsangst is de angst om een relatie aan te gaan. Hierbij kan onderscheid gemaakt worden tussen afwijzend vermijdend zijn gehecht. Dit gaat over jouw vertrouwen in anderen. Dit kan ook op latere leeftijd ontstaan als je bijvoorbeeld een ongezonde relatie hebt gehad, een heftige scheiding hebt meegemaakt, een partner die is overleden of een partner hebt die een affaire heeft gehad.

Of angstig vermijdend gehecht zijn. Dit gaat over de mate van bevestiging die je nodig hebt van je partner. Als je weinig zelfvertrouwen hebt kan er eerder sprake zijn van bindingsangst. Bindingsangst komt niet alleen voor bij liefdesrelaties, maar ook bij het aangaan van vriendschappen of een band opbouwen met bijvoorbeeld collega’s.

Als je afwijzend vermijdend gehecht bent dan ben je gereserveerd, wil je (meer) vrijheid en heb je veel tijd voor jezelf nodig. Je vindt het belangrijk om je zelfstandigheid en onafhankelijkheid te behouden. Je bent een echte ‘doener’ en hebt het altijd druk en werkt erg veel. Je sport elke avond om maar niet bij je partner te hoeven zijn. Dit is vaak een vlucht voor de relatie en de intimiteit. Je hebt moeite om je volledig aan anderen te binden. Je stelt je niet afhankelijk op en kunt je goed redden zonder al te nauwe emotionele banden. Veel intimiteit voelt verstikkend. Bij overweldigende gevoelens voel je je niet comfortabel. Je krijgt het benauwd als je partner (te) veel commitment vraagt. Liefdesrelaties zijn gesloten en defensief met weinig emotionele diepgang. Je hebt positieve overtuigingen over jezelf en negatieve overtuigingen over anderen. Je hebt moeite om emoties te voelen, toe te laten en te benoemen. Mensen die afwijzend gehecht zijn hebben bij een ruzie de neiging om zich terug te trekken en denken: Ik zoek het zelf wel uit.

Als je angstig vermijdend gehecht bent vind je het moeilijk om open en eerlijk naar anderen te zijn. Je vindt het niet prettig om alleen te zijn en hebt tegelijkertijd moeite om anderen te vertrouwen of je afhankelijk op te stellen. Je bent bang om afgewezen, vernederd of gekwetst te worden. Je vermijdt emotionele diepgang in relaties. Je hebt negatieve overtuigingen over jezelf EN anderen! Je vindt jezelf niet de moeite waard om (voldoende) liefde te ontvangen en aandacht te krijgen. Er is een ingewikkelde dynamiek van aantrekken en afstoten in relaties. Je twijfelt al vlug aan een relatie of je wilt wel een relatie maar hebt vaak een excuus om geen relatie aan te gaan. Je vindt niemand echt leuk of interessant genoeg. Je bent heel kritisch naar de ander. Jij bent degene die relaties meestal verbreekt. Angstig gehechte mensen maken veel ruzie met hun partner en klampen zich vast aan de partner. Dit kan benauwend zijn voor de ander. Je zoekt naar fouten bij je partner. Dit kan een probleem worden in een relatie.

Verlatingsangst – onveilige angstige hechting

Ontstaan van een onveilige angstige hechtingsstijl bij een kind

De ouders waren vaak zelf ook angstig gehecht. Ze waren weliswaar liefdevol en warm, maar inconsistent en onvoorspelbaar naar het kind. Soms zijn ouders overdreven bang dat hun kind iets ergs zal overkomen waardoor het kind van streek raakt en zich vastklampt aan de ouder. Ouders klampen zich ook vast aan het kind.  Ze waren burnout of depressief. Ze hadden onvoldoende aandacht voor de fysieke en emotionele behoeften van het kind.  Ze waren afwezig, bijvoorbeeld door werk of er waren heel veel kinderen. Als ze wel reageerden naar het kind waren ze afgeleid of bezig.  Het kind kon niet altijd bij de ouders terecht. Het kind werd onzeker en ontwikkelde een negatief zelfbeeld. Het kind doet erg zijn/ haar best om aandacht te krijgen van de ouders, klampt zich vast en is onzeker. Je ziet ook dat het kind erg de best doet om het anderen naar de zin te maken, te pleasen,  en zichzelf aanpassen. Dit leidt tot verlatingsangst bij volwassenen.

Verlatingsangst bij volwassenen

Als je verlatingsangst hebt ben je bang om verlaten te worden door je partner. Je voelt je onzeker in relaties. Je vraagt je voortdurend af of je partner wel met jou samen wil zijn. Je wilt razendsnel en veel met je partner samenzijn en lichamelijk contact hebben. Je voelt je goed als je partner beschikbaar is, maar zodra deze er even niet is ben je bang dat er iets is of dat hij/zij je niet meer leuk vindt. Je raakt in paniek. Je hebt veel geruststelling van je partner nodig. Je hunkert naar intieme connecties. Je laat bezitterig, jaloers gedrag zien. Je vraagt veel aandacht van je omgeving. Je controleert of manipuleert om uit te vinden of je partner wel echt van je houdt. Je hebt negatieve overtuigingen van jezelf. Er lijkt bij jou niet aan de relatiebehoeften van verbinding en intimiteit te worden voldaan

Relatie en hechting

Een veilige, emotionele verbinding met je partner is een basisbehoefte in een relatie. Partners willen elkaar vertrouwen en voelen dat ze er echt voor elkaar zijn. Partners kunnen wel verschillend omgaan met deze verbinding. Deze verbinding kun je zelf vormgeven, maar wordt wel beïnvloed door de hechtingsstijlen van jou en je partner.

Misschien merk je dat je het moeilijk vindt om je partner te vertrouwen of je merkt dat je partner het moeilijk vindt om jou te vertrouwen. Dit kan te maken hebben met jullie opvoeding en de hechtingsstijl die jullie hebben ontwikkeld. Mogelijk hebben jullie verschillende hechtingsstijlen ontwikkeld die aan de relatieproblemen ten grondslag kunnen liggen. De band met je ouders speelt dus een rol, maar ook andere factoren, zoals genetische aanleg, ervaringen met vrienden en familie en eerdere liefdeservaringen.

Negatieve ervaringen uit je jeugd hebben pijnplekken veroorzaakt, die geprikkeld worden als de veilige verbinding in je relatie wordt verbroken. Je reageert dan heel heftig, bijvoorbeeld heel boos, op iets kleins. Een woede-uitbarsting omdat je partner weer het dopje niet op de tube tandpasta heeft gedaan. Deze heftige reactie wordt echt niet veroorzaakt door het dopje van de tandpasta. Maar door iets wat daar onder zit, namelijk een bepaalde hechtingsangst. Bijvoorbeeld: je bent bang dat je partner je niet waardeert. De pijnplek zou in dit geval kunnen zijn ontstaan doordat je, toen je klein was, nooit eens een compliment van je ouders kreeg als je iets goed had gedaan, terwijl je oudere broer altijd heel erg geprezen werd. Je voelde je toen heel erg achtergesteld. Onbedoeld heb je, als die pijnplek wordt getriggerd, een aandeel in de relatieproblemen.

Het is belangrijk voor jou en je partner om te weten hoe jullie zijn opgevoed, hoe jullie ouders met jullie zijn omgegaan en welk effect dat op jullie heeft gehad, wat jullie hechtingsstijlen zijn en hoe jullie daarmee kunnen omgaan bij het aanpakken van de relatieproblemen.

Hechtingsstijlen in relaties

Onveilige hechting is een risicofactor in een relatie. Als jij of je partner, of allebei, een onveilige hechtingsstijl hebben kan dat leiden tot relatieproblemen. Vaak ben je je niet er niet van bewust dat de relatieproblemen daaruit voorkomen. Het is goed te weten dat een onveilige hechtingsstijl, eventueel met behulp van therapie, omgebogen kan worden naar een veilige(er) hechtingsstijl. Ook partners kunnen elkaar helpen om veiliger gehecht te raken! Voorwaarde is wel dat jullie allebei willen werken aan een oplossing.

Beide partners veilig gehecht

Mensen met een veilige hechtingsstijl hebben een realistisch zelfbeeld. Ze vinden elkaar vaak en krijgen een duurzame relatie met elkaar. Ze zijn stabiel en leiden een redelijk voorspelbaar leven: verliefd worden, huis, samenwonen, werken, trouwen en kinderen krijgen. Ze gaan samen op vakantie en gaan regelmatig op bezoek bij ouders en grootouders. Lijkt misschien een tikkeltje saai. Echter er wordt wel voldaan aan de hele belangrijke behoefte aan een veilige emotionele verbinding.

Dit wil natuurlijk niet zeggen dat twee veilig gehechte partners geen relatieproblemen kunnen krijgen. Ze investeren in de relatie en zijn in staat om patronen en problemen te herkennen en ze samen op te lossen of samen de keuze te maken om te stoppen met de relatie.

Wat kun je doen als je bindingsangst of verlatingsangst hebt en hoe kan je partner je helpen

Als je bindingsangst of verlatingsangst hebt of vermoedt dat je dat hebt is het belangrijk om te accepteren dat je het hebt en te achterhalen hoe het komt dat je deze angst hebt. Je kunt hier zelf aan werken of het bespreken met een therapeut. Therapie kan je helpen bij het accepteren, herkennen van situaties, het leren met deze angst om te gaan. Ook je partner kan je hierbij helpen. Hieronder geef ik enkele tips:

  • Onderzoek wanneer en hoe bij jou het gevoel ontstaat dat je de relatie wilt verbreken en wat je doet om te vluchten voor de relatie. Dit wordt wel de-activatiestrategie genoemd;
  • Zoek een veilige partner, omdat zijn/ haar hechtingsstijl maakt dat je je minder vermijdend gedraagt;
  • Maak een lijst van positieve eigenschappen van je partner. Hierdoor maak je voor jezelf duidelijk waarom je voor hem of haar bent gevallen;
  • Onderzoek je neiging om je partner negatief te benaderen en ruzie te maken. Wat kan anders;
  • Doe moeite voor je huidige partner. Beschouw hem/ haar als je ware die je dichtbij laat komen en deel van je leven te maken;
  • Probeer zo eerlijk mogelijk te zeggen wat je denkt en voelt vanuit je relatiebehoeften. Geef een ik-boodschap. Niet aanvallend.

Als je partner bindingsangst heeft:

  • Claim hem of haar dan zo min mogelijk. Claimen leidt namelijk tot nog meer vermijdend gedrag. Beter is het je partner vrijheid te geven. Hierbij is het wel van belang om je eigen grenzen te bewaken;
  • Als je relatiebehoeften niet worden vervuld, bespreek deze zonder de ander aan te vallen of verwijten te maken. Spreek van uit je eigen behoeften, zoals ‘..ik zou graag willen dat…’. Realiseer je dat mensen met bindingsangst de behoeften van de ander vaak als aanval of kritiek opvatten;
  • Beloon de ander positief door het geven van complimenten als je behoeften wel worden vervuld of als de ander zicht inspant om iets leuks voor je te doen;

Ik heb verlatingsangst. Wat kan ik doen:

  • Spreek je eigen behoeften duidelijk uit. Ga er niet vanuit dat de ander wel weet wat je nodig hebt. De ander kan ook geen gedachten lezen dus je moet ze wel uitspreken;
  • Zoek een partner die jouw behoefte aan intimiteit kan vervullen;
  • Probeer jezelf niet te veranderen zodat de ander jou leuk vindt, maar onderzoek of de ander jou kan geven wat je nodig hebt;
  • Weet dat er genoeg leuke partners zijn. Door je verlatingsangst heb je de neiging je razendsnel aan iemand te binden. Zie je partner als een van de velen met wie jij een leuke relatie kan hebben;
  • Herken potentiële partners met vermijdingsangst en laat deze gaan. Relaties waarbij de ene partner bindingsangst heeft en de ander verlatingsangst zijn zelden succesvol;
  • Geef veilig gehechte mensen een kans ook al lijkt een relatie met een veilig gehechte partner vrij passieloos. Hij/ zij komt wel tegemoet aan jouw relatiebehoeften;
  • Blijf eens een tijdje single om te ervaren dat je ook een prima leven kunt hebben zonder partner.

Als je partner verlatingsangst heeft:

  • Stel hem of haar gerust en geef voldoende bevestiging dat de partner en de relatie belangrijk zijn voor je. Hoe veiliger je partner zicht voelt hoe minder claimend en verstikkend hij/ zij zal zijn;
  • Als je angstige partner je verwijten maakt of eisen stelt, trek je dan niet terug en ga een conflict niet uit de weg. Probeer erachter te komen welke relatiebehoefte achter het verwijt zit.

Omgaan met verschillende hechtingsstijlen in de relatie

Als je weet hoe jij en je partner zijn opgevoed en wat jullie hechtingsstijl is dan kan dat veel verhelderen en is het gemakkelijker om elkaar te begrijpen en rekening met elkaar te houden. Jullie emotionele band wordt versterkt. Hieronder geef ik aan hoe jullie hiermee kunnen omgaan:

  1. Als er andere problemen spelen, zoals bijvoorbeeld stress, burn-out, depressie, angststoornissen of trauma’s is het belangrijk die eerst te behandelen;
  2. Het is belangrijk dat je inzicht hebt in je opvoeding en hoe je ouders met jou zijn omgegaan. Bespreek dat met elkaar;
  3. Onderzoek wat jullie dominante hechtingsstijl is en bespreek dat met elkaar;
  4. Erken dat een aantal zaken in je relatie wel gevoed worden door je partner, maar dat die vooral getriggerd worden door wat jij hebt meegemaakt. Realiseer je dat je geen schuld hebt aan de ervaringen die je in je jeugd hebt opgedaan. Ze zorgen nu echter wel voor je eigen onbewuste/ onbedoelde aandeel in de relatieproblemen;
  5. Deel je ervaringen met je partner en vraag begrip en mogelijk ondersteuning;
  6. Wees je ervan bewust dat je je eigen aandeel in de problemen meeneemt en leer omgaan met de emoties en stress die dat oproept. Dit hoort bij jou. Je kunt je ermee leren omgaan door op een afstand naar je relatie kijken, te relativeren en opnieuw in de relatie stappen.
  7. Eis niet van jezelf dat de stappen die jullie zetten in een keer het resultaat hebben wat jullie willen bereiken. Het is een kwestie van uitproberen, vallen en opstaan. Als je beiden gemotiveerd bent zal het zeker resultaat opleveren.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *